Iedereen verwacht dat een baby valt wanneer die leert stappen. Dus wanneer dat gebeurt, zijn we niet teleurgesteld. Maar, net zoals vallen hoort bij het proces van leren stappen, hoort fouten maken bij het proces van het leven.
Hoe komt het dat we niet teleurgesteld reageren als een baby valt, maar wel als een kind (of persoon) andere fouten maakt? Ik vind het altijd zo mooi om te zien hoe ouders hun baby blijven aanmoedigen, in plaats van ontmoedigen, om opnieuw te gaan opstaan na gevallen te zijn. Niet alleen omdat ze op die momenten zoveel vertrouwen uitstralen in hun kind dat hij het op een dag wel zal kunnen. Vooral omdat ze op die momenten tonen dat het niet erg is om te vallen, het is niet erg dat iets niet lukt. Zelfs als het frustrerend blijkt te zijn voor de baby, de liefde die deze ouders tonen blijft hetzelfde of wordt zelfs nog meer getoond. Deze baby weet: zelfs wanneer ik iets niet helemaal goed heb gedaan, deze ouders geloven in mij en zij houden nog steeds van mij.
Misschien vind ik dit zo mooi omdat dit jammer genoeg vaak verandert wanneer de baby geen baby meer is. Wanneer de fouten die gemaakt worden, niet meer de fouten zijn die verwacht worden. Plotseling duikt teleurstelling op, in de vorm van boze reacties, ontgoochelde reacties, bestraffende reacties, kwetsende reacties, soms zelfs spottende reacties. Kinderen leren dikwijls dat fouten maken niet veel goeds oplevert, en al zeker geen liefde. Ze leren dat je in het leven – thuis, op school, overal eigenlijk – fouten best zoveel mogelijk vermijdt. Maar als je zo druk bezig bent met fouten te vermijden, wordt het dan niet heel erg moeilijk om nieuwe dingen te leren? Als een baby zich moest schamen voor elke keer dat hij viel, had hij wellicht nooit durven stappen. Maar vallen en opstaan hoort niet alleen bij het proces van leren stappen. Vallen en opstaan hoort bij het proces van het leven.
Ik heb het niet (enkel) over rekensommetjes maken, leren lezen en schrijven, een muziekinstrument leren bespelen. Ik heb het over alles. Alles dat we in het leven doen, hebben we ooit moeten leren. De dingen die we doen met onze handen. De dingen die we doen met ons verstand. De dingen die we doen met ons lichaam. Zelfs de dingen die we doen met ons hart. Als kinderen hun speelgoed niet willen delen, is dat niet omdat ze verschrikkelijk egoïstisch zijn. Dat is omdat ze nog moeten leren delen. Als kinderen om de haverklap nee zeggen wanneer je hen iets vraagt, is dat niet omdat ze er plezier in hebben om jou uit te dagen. Dat is omdat ze nog aan het leren zijn hun eigen grenzen aan te geven. Zelfs als jouw kind alles op de grond gooit wanneer iets hem niet lukt of hij zijn zin niet gekregen heeft, betekent dit niet dat je te maken hebt met een agressief kind. Jouw kind is gewoon nog aan het leren hoe hij kan omgaan met moeilijke emoties zoals frustratie. Een emotie waar zelfs wij volwassenen het erg moeilijk mee hebben.
In plaats van op die momenten teleurgesteld te zijn omdat ze nog niet geleerd hebben wat ze nog aan het leren zijn, zouden we hen ook kunnen ondersteunen in hun (individueel) leerproces. Met vertrouwen, net zoals we vertrouwen uitstralen in de baby die leert stappen, en met liefde, net zoals we liefde tonen aan de baby die net gevallen is. Want als kinderen niet voelen dat we er ook op die momenten zijn, voor hen, voelt het voor hen dat we er zijn, tegen hen. Net zoals een baby het nodig heeft dat zijn ouders hem helpen om telkens terug op te staan, hebben ook kinderen hun ouders nodig om hen te helpen. Niet om hun fouten voor hen te herstellen of hun problemen voor hen op te lossen, maar om hen te helpen om te leren, en vaak is dat gewoon door hen aan te moedigen. Hen aan te moedigen om terug op te staan nadat ze gevallen zijn, letterlijk maar ook figuurlijk. Hen aan te moedigen om te blijven groeien in het leven, ondanks hun fouten maar vooral ook dankzij hun fouten. Hen aan te moedigen om in zichzelf te blijven geloven en van zichzelf te blijven houden, net zoals zijn ouders in hem blijven geloven en van hem blijven houden.
Uiteraard bestaan er fouten in alle soorten en maten, van zeer onschuldig tot niet zo onschuldig meer, en daarom bestaan er ook verschillende manieren van reageren. Een kind ondersteunen bij zijn fouten betekent soms corrigeren. Soms duidelijk maken dat fouten ernstige gevolgen kunnen hebben. Soms betekent het helpen herstellen wat gebroken is. Soms gewoon zaken benoemen zonder meer. Of zoeken naar de gepaste hulpbronnen voor het kind. Soms betekent het helemaal niets doen, omdat niets of niemand perfect hoeft te zijn. Maar altijd betekent het geloven dat kinderen, dat mensen, niet hun fouten zijn.
Drie gouden tips in verband met dit thema:
- Sta stil bij het voorbeeld dat je zelf geeft in het maken van fouten. Kinderen nemen hun ouders als rolmodel dus jouw daden worden vaker opgevolgd dan jouw woorden. Zien jouw kinderen dat jij boos wordt op jezelf als je een fout hebt gemaakt of dat je nieuwe situaties vermijdt omdat je bang bent om fouten te maken? Door perfectie van jezelf te verwachten, geef je aan je kinderen onbewust door dat ze dat ze dit ook van zichzelf horen te verwachten.
- Jouw kind ondersteunen om te leren kan enkel door vooral oog te hebben voor al het positieve dat het kind reeds aan het leren is. Het is zeker niet de bedoeling dat een kind overmatig wordt opgehemeld, maar dat betekent ook niet dat we gierig moeten zijn met complimenten. Jouw kind helpen om te leren betekent eigenlijk jouw kind helpen om te groeien. Maar als we de groei die kinderen reeds hebben doorgemaakt niet benoemen en waarderen, hoe kunnen we dan verwachten dat ze in zichzelf blijven geloven?
- Leer jouw kinderen dat het menselijk is om fouten te maken, maar ook dat (en hoe) fouten hersteld kunnen worden. Veel te vaak wordt de focus gelegd op de fout die gemaakt werd, terwijl onze aandacht zou moeten gaan naar de manieren waarop deze fout hersteld kan worden. Elke mens maakt fouten, dat is dus niets bijzonder maar ook niets erg, maar wat een mens bijzonder en mooi maakt is dat hij bereid is om zijn fouten te herstellen.
©SAABIQOO